Selempim
Op 13 februari zijn we van Rio Dulce met de "chickenbus" (de lokale bus, die ze helemaal volproppen en ook hun kippen in vervoeren) naar El Estor gegaan. El Estor ligt 43 kilometer van Rio Dulce en de weg is maar voor 15 kilometer geasfalteerd, dus dat rijdt prettig.
Dit was het uitzicht vanaf het balkon van ons hotel in El Estor op Lago Izabal. El Estor is een bloedheet dorpje, zo erg dat we allebei meteen op zoek gingen naar ijs, wat al bleek te smelten in de diepvries. Verder is er weinig te beleven, er is een marktje en wat winkels, maar een restaurant is bijvoorbeeld lastig te vinden.
We zijn op 14 februari verder gereisd naar Selempim, een dorpje met een "estación cientÃfica" van Fundación Defensores de la naturaleza, de organisatie die het natuurgebied Refugio Bocas del Polochic beheert. Het was nog even lastig om er te komen, want er gaat maar drie keer per week een boot naartoe, en de volgende zou pas twee dagen later gaan. ´s Middags hadden we een meisje gesproken die in het gebied vogels bestudeerde en zij had gezegd dat we met haar de volgende dag mee zouden kunnen reizen, maar toen we een tijd af zouden spreken kwam ze niet meer opdagen en niemand van het kantoor leek te weten wie zij was. Dus kwam het erop neer dat we een privé-boot moesten huren. We kregen er wel meteen een hele tour van het gebied bij en uiteindelijk was dat ook erg leuk.
Het uitzicht ´s morgens vroeg vanaf Lago Izabal op Siera de las Minas.
De bomen zaten helemaal vol met vogels, die hele lage geluiden maakten.
Het kamp zelf, waar we logeerden, was niet helemaal wat we ervan verwacht hadden. We mochten al blij zijn dat we een kamer voor onszelf hadden, maar dan wel met muren van horregaas.... Ook leuk was dat de douches en sommige wc´s geen deuren hadden....
Er was ons verteld en er stond in folders en in de lonely planet, dat we daar in het kamp gewoon maaltijden konden kopen. We hadden voor de zekerheid wel wat extra noedelsoepjes meegenomen, voor het geval het eten erg slecht zou zijn, maar we hadden er niet op gerekend dat we helemaal voor onszelf moesten koken. Er waren helemaal geen maaltijden te koop. Er was een winkeltje waar we eten konden kopen om te koken, maar daar hadden ze niet meer dan rijst en eieren. Blijkbaar was deze winkel tevens de lokale toplessbar, want de vrouw van middelbare leeftijd achter de toonbank droeg verrassend genoeg geen bovenkleding... dat hebben we verder in heel Guatemala niet gezien, ook niet bij andere vrouwen in dit dorpje.
In het kamp mochten we gebruik maken van de keuken voor de onderzoekers in het centrum, maar ze hadden amper keukengerei en een paar zwaar afgeragde pannen. Er was ons ook verteld dat we flessen water zouden krijgen, maar ook dat was er niet. Zonder drinkwater overleef je niet in de jungle en omdat het hun fout was dat ze ons dat niet verteld hadden en in de winkel ook geen water verkocht werd, mochten we het water van de onderzoekers dan maar gebruiken.
Ooit waren er drie wandelpaden waar je zelf kon lopen, maar die zijn inmiddels weggespoeld of gebarricadeerd en overgroeid door bomen. Toen we onder leiding van de gids alsnog wilden gaan rondlopen, had het net de hele nacht geregend en was het enige pad dat er nog wel zou moeten zijn onder water komen te staan, dus dat was ook geen optie. Dus eigenlijk kwam het erop neer dat we niet veel meer konden dan in het dorpje heen en weer lopen. Het dorpje bestond uit 1 straat met Maya´s, die vrijwel alleen Maya spreken en Spaans als tweede taal spreken, maar ook niet al te best. We werden meteen achtervolgd door een horde kinderen en de andere mensen kwamen stiekempjes in de deuropening kijken wat daar toch voor buitenlanders door hun dorpje liepen. Maar ´s avonds hielden ze wel een foute karaoke-avond met z´n allen, met luidsprekers midden in de jungle.
Dit is weer typisch zo´n plek die in 1999 zijn hoogtijdagen had en vanaf die tijd een beetje verwaterd is. Het lijkt nu alleen nog door onderzoekers te worden gebruikt en amper nog door toeristen. Wel zonde, want het is op zich wel een heel mooi gebied. Maar goed, wij zaten er in ieder geval vast voor twee dagen, want de boot terug naar El Estor ging niet eerder dan op zaterdag.
Dit is het onderzoekscentrum, waar een keuken was, wat hangmatten en losse bedden om te slapen. Van buiten ziet het er nog best gezellig uit, maar de loopplanken waren behoorlijk verrot.
Het enige wat we wel konden doen, was over de rivier varen op zoek naar krokodillen en andere beesten. We hebben alleen weinig spannends gezien, afgezien van een paar schildpadden, hagedisjes en vogels. We mochten zelf varen met deze traditionele Maya kano, lekker solide dingetje, paar centimeter boven het water. We waren een beetje bang dat we niet meer tegen de stroming in terug zouden komen, dus we hebben dat niet heel lang volgehouden.
Ons ontbijt, lunch en avondeten voor deze twee dagen...Hmmm.
De andere optie om over de rivier te varen was met de grotere kano van onze gids Alfonso. Hij hakte meteen ook even de waterweg vrij, want de waterplanten vermeerderen zich heel snel, waardoor er niet meer door te komen is.
Een slakkeneter.
Een klein schildpadje, helaas niet heel scherp op de foto.
Op de laatste avond kwamen vlak voor zonsondergang ineens een paar howlermonkey´s heel dicht bij ons kamp. Er was een vrouwtje bij met een baby van minder dan 15 dagen, een minimini-aapje. Toch blijven ze lastig vast te leggen op de foto, omdat ze zich verschuilen achter bladeren, veel verplaatsen en het al snel te donker is voor de camera. We hebben ze wel door een verrekijker bekeken en gezien dat met name de mannetjes echt enorme, harige beesten zijn, net beren. Het geluid dat ze maken blijft fascinerend, maar helaas deden ze dat niet lang genoeg om op de film vast te leggen.
Op 16 februari vertrokken we om 05:00 uur ´s ochtends, samen met nog 30 Maya´s en hun enorme zakken maiskolven en meel, terug naar El Estor. Omdat de boot zo belachelijk vol was gestouwd deden we er drie uur over om terug te komen, maar de locals zelf hadden dikke lol.
In El Estor hebben we meteen de chickenbus (zie de ganzen op de foto, die ook de hele bus vol pissen) terug naar Rio Dulce genomen, waar we weer een lekkere warme douche en een degelijke maaltijd konden nemen.
Op 17 februari is het de bedoeling om een bus richting Tikal, naar El Remate te nemen.
naar boven